“Het Bouw Informatie Model is gereedschap”
21 oktober 2021 
6 min. leestijd

“Het Bouw Informatie Model is gereedschap”

BIM Onderwijs interviewt Jeroen Harink, BIM-manager en specialist bij het Advies en Engineering bureau van de Koninklijke BAM groep. Harink geniet van de mogelijkheden die BIM het bouwproces brengt. Maar waarschuwt dat automatisering niet leidend moet zijn. De software is gereedschap dat met ons gezond verstand, onze kennis van zaken en onze creativiteit binnen de bouw vooruit helpt.

BIM bij BAM

BAM Advies & Engineering ondersteunt vele bouwprojecten in Nederland. Ze bekijken, analyseren en bespreken de wensen en complexe vragen van klanten. Koppelen trends aan de dagelijkse praktijk en verbeteren met slimme innovaties zowel de techniek als de processen. “We werken binnen Advies & Engineering met een team van zo’n 20 professionals aan het zo accuraat mogelijk maken van processen en informatiestromen. Als na de engineering de tekeningen en de 3D modellen naar de bouwplaats gaan, kijken we goed naar het proces en onderzoeken of er onderdelen geautomatiseerd kunnen worden. Ook aan de voorkant van het project, bij de calculatie, trekken we hoeveelheden uit modellen en automatiseren we steeds verder in de kwaliteitscontroles door middel van slimme model analyses”.

BIM software onafhankelijk

Het Bouw Informatie Model speelt hier een belangrijke rol. Het bureau werkt met diverse software pakketten. “De BIM discussie wordt mijns inziens te veel geregisseerd door software leveranciers. Software is gereedschap net als een boormachine. Een bedrijf gaat niet beter presteren met een goede accu boormachine. Een bedrijf als de BAM, waarin je een bouwproces van begin tot eind doorloopt, moet zich aanpassen aan ieders behoefte aan informatie. Dat los je niet op met één softwarepakket.”

Het 3D ontwerpen is nu niet meer weg te denken uit de bouw. Harink herinnert zich de eerste projecten waar de 2D tekeningen niet meer voldeden. “Bij de bouw van de bioscoop aan de Haagse Spuimarkt waren problemen bij de controle van de vloeren met het staal. De schuin aflopende vloeren waren moeilijk weer te geven in 2D tekeningen die toen gebruikt werden. Hier bood een 3D model de uitkomst waardoor een goede uitvoering mogelijk was.
 Aan het nieuwe station Arnhem is er veel rond en gebogen. Dat kun je niet modelleren in Revit. Voor het 3D ontwerp is gebruik gemaakt van Rhino, een modelleerprogramma dat voornamelijk gebruikt wordt in de scheepvaart.”

Bouwpraktijk kennis

En de modelleurs die met de software werken moeten binnen BAM ook goed op de hoogte zijn van de bouwpraktijk. Dat zit bij Harink wel goed. Het was al vroeg duidelijk dat hij, net als zijn vader en ooms ook de bouw in zou gaan. Harink studeerde HBO bouwtechniek en vervolgde zijn studie aan de TU Eindhoven in uitvoeringsmanagement. Hij verdiepte zich binnen de Built Environment, in het onderzoeksprogramma Design and Decision Support Systems van prof.dr.ir. Bauke de Vries. “In mijn afstudeerproject combineerde ik de twee richtingen om te kijken of je software tools in kan zetten om een 3D model te analyseren, om onder meer geautomatiseerd een planning te genereren. Ik koos daarvoor een BAM project maar voerde het zelfstandig uit. Voor ik afstudeerde werd ik gevraagd om bij BAM te komen werken. Dat is nu 16 jaar geleden en ik heb er zeker geen spijt van.”

“Het is heel belangrijk om constructeurs op te leiden die werken met constructie software en berekeningen kunnen uitvoeren die nauwelijks nog met de hand te maken zijn. Maar we moeten benadrukken dat ze de basis principes ook kennen. Hoe je naar constructies kijkt en waar je op moet letten.”

“Ik zie mensen die heel goed modelleren en schema’s genereren die zij vervolgens willen gebruiken als inkoop schema’s. De interpretatie is echter essentieel. Dat moet ook in de opleiding zitten. Daar zijn we bij BAM ook steeds mee bezig.”

Als voorbeeld geeft Harink aan de ene kant het belang van praktijkervaring en aan de andere kant vanuit de computer gegenereerde gegevens. Zoals het berekenen van oppervlakte gipsplaten bij metal stud wanden. “De computer genereert een hoeveelheid op basis van de binnenzijde van de wand of meet langs het hart van de wanden. Maar onze praktijkmensen berekende hierbij altijd bruto oppervlakten, gemeten met de langste buitenzijde van de wanden. Dat kan op een heel project grote verschillen opleveren. Als je dat niet weet en vertrouwd op de door de computer gegenereerde data, komt de afbouw in problemen. Datzelfde geldt voor sparingen. Het CAD programma berekent het met zijn eigen parameters, de praktijkervaring wordt hierin niet meegenomen.”

Ik hoop dat het duiden van informatie ook onderwerp blijft in het onderwijs. De Jellema’s zijn nog steeds van belang. Mensen die met BIM werken moeten weten wat een trasraam is en een lekdorpel om goede tekeningen te kunnen maken.

Samenwerking tussen praktijkervaring en digitalisatie is essentieel

De computer vervangt de mens niet

 Bij BAM digitaliseren we nu verschillende woningbouw en utiliteitsbouw concepten die we aansturen met parameters. Het is een interessante gedachte om de computer diverse varianten te laten berekenen. Ik geloof dat als je een computer laat rammelen dat er in korte tijd veel is door te rekenen. Generative design, kunstmatige intelligentie om interessante output te genereren in architectuur is echter van meer factoren afhankelijk. Wat een woonwijk leefbaar en goed maakt, is nog moeilijk in eentjes en nulletjes te vatten. Of wat te denken van de transitie naar houtbouw. Hoe geschakelde gebouwen zich gedragen bij geluidsoverdracht, dat is complexe materie die de computer niet zomaar kan genereren.”

Met documentaires over artificiële intelligentie (AI) zou je bijna denken dat digitalisering de oplossing is voor alles. Een AI professor van Harvard omschreef het echter kritisch door te stellen dat AI het herkennen van datasets is. Bijvoorbeeld een aantal pixels voor gezichtsherkenning. Het is eigenlijk artificiële slimheid maar geen intelligentie. Intuïtie en intelligentie zijn echt anders dan slimheid.

Tijdens een schaakspel kon een AI computer heel veel alternatieve zetten berekenen, maar niet de beste zet vinden omdat de menselijke tegenstander iets deed wat tegen alle verwachtingen inging. Dat vind ik intrigerend. We laten computers steeds meer dingen roepen, maar we moeten onszelf hierin niet wegcijferen. We moeten de output van slimme systemen kritisch blijven bekijken.

Met BIM niet doorslaan

Het Bouw Informatie Model is een krachtig instrument. Het is in staat tot het opnemen van een enorme hoeveelheid informatie. Die kritische blik heeft BAM ook op de omvang van het model. “Binnen BAM blijven we alert dat we niet doorslaan en veel energie steken in detaillering van het Bouw Informatie Model, terwijl we in het proces maar 50 procent ervan gebruiken. Dan is er veel energie en tijd verloren gegaan. Met elkaar overleggen we welke standaarden we voor welke projecten gebruiken. Vervolgens bekijken we per project of die standaarden wel nuttig zijn om toe te passen.”

“Het overzicht voor het totale contract ligt bij onze vestigingen in de regio. Op het BIM gebied speelt onze mening een rol. De beslissing ga je het wel of niet aanbieden is afhankelijk van het project. De BIM norm van de overheid gebruiken we meestal als referentie. Welke tekening we sturen naar de leveranciers, is in hoofdzaak afhankelijk van de informatie die ze nodig hebben.

Het kan ook een ander uiterste hebben; “In het contract van het station van Arnhem staat dat de opdrachtgever 2D tekeningen moet hebben in haar documentatie. Die hebben we natuurlijk aangeleverd, maar bij al die gekromde vormen was dat natuurlijk informatie waar ze niets aan hebben.”

 

Het Bouw Informatie Model gecombineerd met Augmented Reality

Bouworganisatie rondom BIM geen garantie op succes

Harink relativeert: “Zelfs met BIM gebouwde panden kunnen in de fout gaan. Dat ligt bijvoorbeeld aan hoe de bouw is georganiseerd. Fouten die ontstaan als de architect het ontwerp doorgeeft aan de uitvoerende partijen. Of, wanneer er gewerkt wordt in een bouwteam en er zo lang gepolderd wordt, dat de prijzen niet meer reëel zijn.

BIM volop in ontwikkeling

Maar het Bouw Informatie Model is een veelzijdig, onmisbaar gereedschap dat bij BAM aan de basis staat van heel veel ontwikkelingen. “Nu zijn we bijvoorbeeld bezig aan de eisen kant van de informatie. Om zo de ISO normen en de eisen vanuit de Green Deal rond het project op orde te hebben. We onderzoeken hoe we het Materialen paspoort koppelen aan de modellen. Maar ook hoe we verschillende concepten parametrisch maken, zodat we op een abstracte manier kunnen configureren.”

“We werken met ‘projects in control’ aan het verbeteren van de projectbewaking. Dit doen we door de bouwplaats tijdens de uitvoering te scannen en met 4D coördinatie sessies en visualisaties. En hoe we de werkwijze op een niet disruptieve manier implementeren in onze werkwijze.”

 “Die balans vinden in de bouw en het zorgvuldig implementeren van het Bouw Informatie Model maakt ons werk uitdagend en mooi. We nodigen daarom studenten graag uit stage te lopen of af te studeren bij ons BIM Center of binnen één van onze regionale vestigingen. Kijk voor de BIM projecten op onze websites.” (klik voor meer info op: BIM projecten bij BAM of neem contact op via het BAM bedrijfsprofiel)


Over de schrijver
De BIM Onderwijs redactie plaatst content namens de eigen organisatie en namens de partners.
Reactie plaatsen